
Dit artikel komt uit het Manmeer! magazine. Via deze link lees je hoe je je kan abonneren op het blad.
Ymkje Broersma is een van de kartrekkers van het waterpolo in Friesland. In Heerenveen, in Drachten, overal stond ze wel aan de badrand om het Friese waterpolo naar een hoger niveau te trekken. Nadat ze vanwege haar ziekte een tijdje afwezig was, pakt ze de draad nu weer op en traint ze de dames van Neptunia’24 uit Sneek.
Andere generatie
Broersma vertelt: “Ik ben van een andere generatie uit Friesland. In de tachtiger jaren hebben we het met onze club De Skelp uit Sint Annaparochie, een dorp van 4000 inwoners, tot de hoofdklasse geschopt. Dat was een unieke tijd. We hadden een prachtig vriendinnenteam met ook het nodige talent. We deden veel samen en trainden in een zwembad van 25 bij 10 meter. Voor de wedstrijden weken we uit naar Leeuwarden en zo hebben we uiteindelijk de hoofdklasse gehaald. We zijn daar ook snel weer uit gedonderd, want dat niveau haalden we niet. Maar het was een prachtige tijd.”
Als trainer en coach wil Broersma datzelfde doel nastreven. “Het zou zo mooi zijn als we een Friese vertegenwoordiger in de Eredivisie kunnen krijgen. En daarom probeer ik er bij Friese clubs als SGHA (Start Gemeenschap HZ&PC en Avena, een waterpolovereniging uit Heerenveen en Joure – red.) al jaren aan te trekken. Om een vereniging op te bouwen, die het in alle leeftijdscategorieën goed doet op en landelijk niveau mee kan komen.”

Meisjes Onder 17 van Het Ravijn. Op de voorgrond Susan de Vries en Nynke Willemsen
Waterpoloschool
Samen met Herjan Reuten richtte Broersma in Heerenveen een verenigingsonafhankelijke waterpoloschool op. Daarvoor werd er een samenwerking gezocht met de Topsport Talentschool Sevenwolden. “We noemden dat het ITC (Instroom Talent Centrum). Na drie jaar konden die jongens en meiden door naar de CSE Topsportacademie in Zwolle en konden ze zich daar verder ontwikkelen.”
Broersma gaat in op haar drijfveren: “Ik vind het mooi als de kinderen en ook volwassenen het beste uit zichzelf willen halen en als ik daar een bijdrage aan kan leveren. Als ik ze zie glimlachen, omdat iets lukt. Goh wat is dit mooi, denk ik dan. Daar doe ik het voor, voor die glim- lach. En uiteindelijk wil je natuurlijk ook dat ze het in teamverband goed doen. Waterpolo is een teamsport. Op het hoogste niveau lukt dat helaas nog niet in Friesland.”
De heren van Heerenveen spelen nu in de tweede klasse bond en de dames zijn gepromoveerd naar de eerste klasse. “Dat is een behoorlijk niveau hoor,” zegt Broersma. “Ze doen het goed en zijn in het Noorden de hoogst spelende verenigingen. Ik heb de trainers daar ook opgeleid en ik ben daar trots op.”
Broersma coachte ook een tijdje de meisjes onder 17 bij Het Ravijn uit Nijverdal en nam een paar meiden uit Friesland daar mee naar toe. “Susan de Vries, de aanvoerster van dames 1 van Het Ravijn, woont in Sneek. Daar kan ik zo op de fiets heen. En van een eerdere lichting Margreet ter Schure, een sterke meid, die speelt ook in het eerste team van Het Ravijn. Er zijn veel meer meiden uit Friesland, die nu overal in het land spelen. Nynke Willemsen volgde bij ons de water- poloschool in Heerenveen en zij zat tegen het eerste team van Het Ravijn aan. Sinds dit seizoen speelt ze zelfs in Californië en volgt ze een college daar.”

Ymke Broersma met de meisjes Onder 17 van Het Ravijn uit Nijverdal
Basistechnieken
Broersma wijst op het belang van de basistechnieken. “Waterpolo is zoveel leuker als je de basistechnieken kunt. Bij veel clubs kennen de spelers de regels wel, maar ze beschikken nog niet over de vaardig- heden om dat ook goed uit te voeren. Die basiskennis probeer ik bij meerdere verenigingen in Friesland over te brengen. Dat is echter nog niet zo gemakkelijk. Je moet daar een goede organisatie voor neerzet- ten, goede technische mensen voor hebben en een zakje geld helpt ook mee. Die drie voorwaarden moet allemaal aanwezig zijn. En er moeten een paar kartrekkers zijn. Ik ben inmiddels al 67 en ik heb al aardig wat van die kartrekkers meegemaakt.”
Broersma noemt er eentje: “Rob Heemskerk was zo’n kartrekker in de tachtiger jaren. Ik heb nog in zijn selectie gezeten bij Oranje, maar viel als een van de laatsten af voor een toernooi. In 1980 speelde ik nog als aanvoerster van Nederland B mee, maar daarna ben ik ermee gestopt. Dat niveau was voor mij net te hoog gegrepen.”
Broersma noemt nog twee andere namen: “Ingrid Veenhuis is ook zo’n kartrekker, met wie ik nog samen heb gespeeld. De waterpoloclubs in Nederland drijven op dit soort mensen, die alles voor hun sport over hebben. Jan Mensink heeft in 2015 ook veel voor elkaar gekregen in Heerenveen en daar kijk ik met veel plezier op terug.”
Borstkanker
Twee jaar geleden moest Broersma ineens alles uit haar handen laten vallen, omdat er bij haar borstkanker werd gediagnosticeerd. “Dat was een heftige tijd en ik heb er veel uit geleerd. Afgelopen zomer ben ik weer gezond verklaard, maar daarna moet je jezelf weer helemaal opnieuw uitvinden. Hoe kan ik weer wat fitheid opbouwen, ik zit nog midden in dat proces. Ik kan nog niet veel dingen op één dag doen, doseren is nodig. Mijn gezondheid gaat voor en ik kan me niet meer zoveel met waterpolo bezighouden als ik vroeger deed. Als ik ergens ja op zeg, dan zeg ik ook ja en dan ga ik ervoor. Ik kan dat nu niet zomaar waarmaken en daarom ben ik voorzichtig om weer ergens in te stappen. Maar mijn passie voor waterpolo blijft groot en ik blijf het een prachtige sport vinden. Het geeft me ook veel energie als ik weer in het zwembad ben.”
Broersma trekt weer wat baantjes in Sneek tijdens de waterpolotraining. “Duels of partijtjes durf ik nog niet te doen. Ik moet mezelf wel in acht nemen. De dames van Neptunia vangen we geweldig op, zij spelen in het noordelijk district. Dat is qua niveau een mooi gemixt gezelschap met een geweldige teamgeest. Er zit een schaatsster bij die nu het waterpolospel leert. Het geeft mij voldoening om hen te laten genieten van onze sport. En als dat steeds wat beter gaat, dan kunnen ze ook tactisch en technisch een steeds mooier spel spelen.”
Aan het eind van het gesprek legt Broersma nogmaals uit wat water- polo voor haar betekent. “Ook jongens die ik heb opgeleid waaieren uit over het gehele land. Vanwege studies zitten ze onder andere in Groningen, Delft, Utrecht en Zwolle. Het is leuk om ze te volgen of hun ouders weer eens te spreken. Ik geniet enorm van alle warme contacten die ik door het waterpolo heb opgebouwd. Als je ziek wordt, dan besef je nog meer hoe waardevol al die contacten zijn. Dat heeft waterpolo allemaal voor me gedaan.”