Column: Brugge

Column
Column: Brugge

Afgelopen periode waren er wat minder positieve berichten over het Belgische waterpolo wat betreft het toelaten van meisjes in gemengde teams op een bepaalde leeftijd. Daardoor ‘dreigen’ er een aantal meisjes buiten de boot te vallen. Toch heb ik persoonlijk wel een paar goede ervaringen met het waterpolo bij onze zuiderburen.

De Belgische nationale mannenploeg werd in de jaren tachtig een tijdje getraind door Mannie Loosen, van oorsprong een Duitser, die in het Brabantse Hoogerheide woonde. Tegenwoordig houdt hij residentie op Kreta. Hij had mij gevraagd om bij de  kranten in Zuid-Nederland (BN De Stem, Brabants Dagblad, de PZC en nog een paar van die regiotitels) reclame te maken voor een zeslandentoernooi in Brugge. Nou ben ik de beroerdste niet, zeker niet als het gaat om waterpolopromotie. Hij nodigde mij meteen ook uit om langs te komen. Het toernooi was al op donderdag begonnen, op zaterdagmiddag reed ik er heen om de sessie van die avond bij te wonen. Veel had de aandacht in de ‘zuidelijke’ pers niet geholpen: behalve ik was er nog één Nederlander, die destijds bondscoach was van Groot-Brittannië. Hij zat er beroepshalve, want ook de landenploegen van Wales en Schotland deden mee. Hij bekeek er bepaalde spelers van die landen voor eventuele ‘opname’ in het Great Britain-team. Hij had zich de reis naar Brugge kunnen besparen: beide landen speelden een marginale rol op het toernooi (tornooi zeggen onze Belgische vrienden) en hun performance was geen traktatie voor het netvlies. Israël deed het aardig en ook België zelf kon net als Zweden redelijk meekomen. Mannie stelde me voor aan iemand van de Vlaamse Zwemkring die mij na afloop zou begeleiden naar het hotel dat ze voor mij geboekt hadden. “Hè? Maar, ik kom alleen maar vandaag kijken.” “Alles is al geboekt en betaald voor jou. Je bent onze gast.” Na zoveel overredingskracht kon ik er moeilijk meer onderuit komen. 

De feestavond (in waterpolokringen beter bekend als speldjes- en spiegeltjesavond) was in hetzelfde hotel. Die avond zal ik niet licht vergeten. De drank, en dan vooral het Belgische bier, was niet aan te slepen. Destijds bestond de Tatjana-Kalender-Aktie (of de Belgische versie met Goedele Liekens) nog niet. Zou dat wel het geval geweest zijn, dan waren alle mannelijke aanwezigen die avond met vijf of zes kalenders onder de arm huiswaarts gegaan. De Welshmen en de Schotten, sommige spelers hadden zelfs hun kilt aan, hebben de hele avond lopen lallen en werden er op het eind als vliegwielen uitgereden. Ook werd me die avond duidelijk wat de Schotten nu precies onder hun kilt dragen. Meerdere malen had ik gehoord dat dat een ‘slipless area’ was en ook enkele vrouwen van Belgische officials die zich voor deze speciale gelegenheid twee dagen ervoor op een beauty-farm tien jaar jonger hadden laten kleien en masseren, vroegen het zich hardop af. “Amay, gewoon vragen madame”, opperde ik. En madame vroeg het aan zo’n kilt-‘warrior’. Het antwoord zit nog steeds in mijn trommelvlies gebeiteld: “Wherever you may be, your Billy has to hang free” en de betreffende speler – in de wedstrijd had hij nummer zeven – liet zijn indrukwekkend behaarde, blote ‘poepert’ zien. De beide official-vrouwen kwamen de hele avond niet meer bij van de slappe lach. En dat was niet alleen van de witte wijn en de echte, zeer goed gevulde Belgische rumbonen die op elk tafeltje in een soort piramide waren opgestapeld.

Maar het moet gezegd worden: ’s avonds een vent, ’s ochtends een vent. Schotland – Wales was op zondagochtend om half tien de eerste wedstrijd. De avond ervoor hadden beide ploegen het licht nog uit gedaan, nu stonden ze, alsof er niets gebeurd was, hun nationale hymnes uit volle behaarde borst mee te zingen. Sommigen misschien met dubbele tong, maar de meesten waren toch beter ‘opgedroogd’ dan ik. Ik heb nog nooit zo veilig overnacht als daar in Brugge. Ik sliep namelijk op dezelfde verdieping als de Israëlische ploeg. Op elke hoek van de gang, en dat waren er heel wat in dat hotel (het Doolhof-hotel zou een betere benaming dan het Nordic Bastille Hotel geweest zijn), stond een Israëlische veiligheidsagent.

Fluitend reed ik aan het eind van de zondagmiddagmiddag weer richting huis. Wat eigenlijk gepland stond als een ‘tussendoortje’ werd een topweekend. Met dank aan de Welshmen, de Schotten en twee madammen die ik op zondag trouwens niet meer ben tegen gekomen. Waarschijnlijk was de witte wijn van de avond ervoor één van de betere soorten Chateau Migraine geweest.

28

Lees ook

Dit weekend staat 'Moby Dick' weer op het programma, het schitterende zomertoernooi in Schoonebeek. Dit jaar voor het ee…
2,060
Precies een jaar geleden speelde Nomi Stomphorst met de Oranjedames de halve finale op het EK in Boedapest. De wereld za…