Waterpolo was zijn leven
Het waterpolo is een icoon verloren. Fred van Dorp is 9 november op 85-jarige leeftijd overleden. Zijn leven was op. Een leven dat volledig in het teken stond van onze sport.
Alfred Carel van Dorp wordt op 13 oktober 1938 geboren in Batavia, in het voormalige Nederlands-Indië, het huidige Jakarta. Samen met zijn moeder, een Duitse, en zijn broer Ton groeit hij onder de Japanse bezetters op in een vrouwenkamp. De pijn en ellende die hij daar ondervindt, zorgen voor een kras op zijn ziel en zijn vormend geweest voor zijn karakter. Als je iets doet, doe je het goed werd zijn adagium. En Fred gaf nooit op.
Pas een jaar na de oorlog worden Ton en Fred herenigd met hun vader die aan de Birma spoorlijn te werk was gesteld. Getekend door de ellendige jaren in het Jappenkamp vertrekt het gezin naar Nederland om vervolgens een jaar later, voor het werk van zijn vader, te vertrekken naar de Verenigde Staten. Op 13-jarige leeftijd komt Fred voorgoed naar Nederland waar hij op 15-jarige leeftijd met zijn broer kennis maakt met waterpolo. In het Amersfoortse Pesie’s bad, gevuld met het water uit de langsstromende Heiligenbergerbeek, traint een jonge groep AZ&PC’ers. Voorzichtig vragen de broers of ze mee mogen doen. Ton wordt naar het doel verwezen en Fred waagt wat schoten. Beiden maken direct indruk, het blijken natuurtalenten.
De gebroeders Van Dorp worden snel opgenomen in het Amersfoortse waterpoloteam en amper twee jaar na z’n eerste balcontact speelt Fred z’n eerste van in totaal 151 interlands. Een jaar later staat hij op het punt af te reizen naar Melbourne voor z’n eerste Olympische Spelen. Deze Spelen worden op het laatste moment echter geboycot door het Nederlands Olympisch Comité vanwege de Russische inval in Hongarije.
In 1960 (Rome), 1964 (Tokio) en 1968 (Mexico City) is Fred wel van de partij. Hij schopt het tot aanvoerder en is in Mexico de vlaggendrager van de Nederlandse equipe. Over de derde groepswedstrijd in Tokio is veel geschreven. Fred stuit er met Oranje op de Verenigde Staten waar zijn broer onder de lat ligt. Ton is namelijk na z’n middelbare school weer naar Amerika vertrokken en heeft zich genaturaliseerd tot Amerikaan. Onder toeziend oog van Prins Bernard wint Nederland. Fred scoort, maar mist ook een strafworp tegen z’n broer.
Twee broers die het tegen elkaar opnemen op de Olympische Spelen, het is uniek. Maar voor Fred is het gewoon een wedstrijd. Het tekent zijn bescheiden karakter. Hij is wars van aanzien en verheerlijking. Zijn medailles en olympische deelnamebewijzen brengt hij zonder medeweten van zijn nazaten naar de gemeentereiniging. En ook het plekje dat hij heeft bemachtigd in de internationale waterpolo ‘hall of fame’ vindt hij maar overdreven. Nee, Fred liep nooit te koop met zijn successen. Ook niet met de vijf Olympiades die hij na zijn actieve carrière meemaakt als scheidsrechter. In 1992 (Barcelona) fluit hij zelfs de finale. Daarna is Fred nog jaren actief als LEN delegate.
In Leusden sticht Fred een gezin. Met Thea de Vries krijgt hij dochter Erna en zoon Alfred. Maar in al die jaren als speler, scheidsrechter en delegate staat het waterpolo op de eerste plaats. En dat blijft eigenlijk zijn hele leven zo. Vakantiedagen gaan op aan internationale toernooien dus vakanties met het gezin zitten er niet in, ook na het veel te vroege overlijden van zijn vrouw. Hij vervult wel een mentorrol voor jonge opkomende scheidsrechters. Voor alles buiten het waterpolo sluit hij zich af. Waarom? Het was wellicht zijn copingmechanisme om de traumatische oorlogsjaren te verwerken. Zo spreekt Fred er overigens zelf niet over. Voor hem is afspraak gewoon afspraak. Hij had zich aan het waterpolo gecommitteerd en ging daar vol voor.
Daarbij maakt Fred geen onderscheid tussen een Europese wedstrijd of een feesttoernooi in Nederland. Als hij last-minute wordt gevraagd om een wedstrijd te leiden in de Europacup, weigert hij omdat hij al heeft toegezegd om op het Groningse studententoernooi van De Walvisch te fluiten. Dat doet Fred immers elk jaar. Dus dan houdt hij zich daaraan.
Zijn levenshouding levert hem respect op in binnen- en buitenland. Ook de beste waterpoloërs ter wereld kijken op tegen Fred. Eind jaren tachtig is CN Barcelona met Manuel Estiarte te gast op het Van Haselen Toernooi in Amersfoort. Na de wedstrijd stuurt Fred de Spaanse vedette eerst naar wat jeugdleden voor een handtekening. Pas na de goedkeuring van Fred mag Estiarte zich omkleden. Iets wat Estiarte gedwee accepteert en ondergaat.
Naarmate Fred ouder wordt, wordt hij ook milder. Waar hij zijn kinderen zelden heeft zien sporten, maakt hij dat helemaal goed bij de volgende generatie. Als opa leert hij zijn kleinkinderen zwemmen en als trouwe supporter mist hij zelden een waterpolowedstrijd van kleinzoon Lars en kleindochter Nina ten Broek. Daarnaast staat hij langs de lijn bij het voetbal van kleinzoon Mats en het hockey van kleindochter Bente. Ook gaat hij in Amersfoort jarenlang jeugdteams training geven. Hij ontfermt zich over zijn pupillen. Een meisje dat moeite heeft op school geeft hij voor de training bijles. Het zorgt alleen maar voor meer respect.
Freds leven was waterpolo. De Nederlandse waterpologemeenschap is een icoon verloren.
Tekst: Eric Spithoven
De afscheidsplechtigheid is op 17 november om 15.00 uur bij Crematorium Rusthof, Dodeweg 31 te Leusden.