Het buitenland: de heilige graal voor ons Nederlandse waterpolo?

Opinie
Het buitenland: de heilige graal voor ons Nederlandse waterpolo?

Stefan Boskamp stuurde een open brief naar Waterpolo.nl. Wij staan open voor ingezonden brieven en opinies van lezers. Plaatsing betekent niet dat wij deze mening(en) delen. De redactie behoudt zich het recht voor ingezonden brieven zonder opgaaf van redenen te weigeren danwel te redigeren of in te korten. Anonieme bijdragen worden niet gepubliceerd.

Redactie Waterpolo.nl

------------------

Ingezonden brief:

Het buitenland: de heilige graal voor ons Nederlandse waterpolo?

Het Nederlands herenwaterpoloteam heeft het afgelopen jaar verrassend goed gepresteerd, al was het soms een dubbeltje op zijn kant. Wat hebben we genoten, gehoopt, gebaald!

Robin van Galen c.s. hebben financiën weten te mobiliseren en daarmee buitenlandse toernooien en verblijf (mede) mogelijk gemaakt. Echt top en heel knap.

Intimi weten echter dat ik al eerder de vraag heb gesteld of het beleid van spelers naar het buitenland te transfereren ons Waterpolo helpt.
Wat betekent dit op korte en – nog belangrijker – op (middel) lange termijn?

Een analyse.
Is het verblijf in het buitenland van spelers nu de bron van de progressie van het Nederlands mannenteam?
Ik heb veel wedstrijden van het Nederlands team kunnen bekijken en van de spelers in het team op de EK en het Olympisch kwalificatietoernooi, speelde iets meer dan de helft in het buitenland. Van de in mijn ogen 7 (Luuk Gielen, Robin Lindhout, Roeland Spijker, Lars Gottemaker, Jorn Winkelhorst, Jesse Koopman en Eelco Wagenaar) bepalende spelers speelden er 4 in het buitenland. Deze vier hebben inderdaad een goede en zelfs enorme (Luuk en Jorn) progressie doorgemaakt.

Dit jaar lijkt buitenlandverblijf een verplichting te zijn voor de jongere spelers om in aanmerking te kunnen komen voor selectie in het Nederlands team. Jeugdige spelers die evident minder zijn, maar in het buitenand spelen, worden verkozen boven zeer goed spelende jeugdige selectieleden die in Nederland verblijven. Arbitraire en wellicht niet geheel objectieve uitspraak besef ik terdege.

Is dit een juiste en verstandige beslissing voor ons NL waterpolo en de toekomst van onze jeugd?
Allereerst lijkt me een weinig stimulerend uitgangspunt voor spelers die om bijvoorbeeld studie, werk of familiaire redenen niet naar het buitenland kunnen. En daarnaast…in mijn ogen, moeten altijd de besten geselecteerd worden en in de gelegenheid gesteld worden het beste uit zichzelf te halen. Daar moet een Bond voor staan.

Spelen in het buitenland kan de mogelijkheid bieden om op een professionelere manier, voor een beperkte periode, met je sport om te gaan. Training onder deskundige leiding doet spelers en speelsters individueel inderdaad verbeteren. Maar of het spelen bij een buitenlandse club een garantie is voor het hierboven gestelde, moet een vraag zijn voor Bond en spelers.
Bij een aantal topclubs in Spanje, Hongarije, Servië is dat zo, maar de verhalen horende is dit zeker niet overal het geval.

De internationale trend op sportgebied is om nationale toppers bij elkaar te brengen en door samen te trainen en te stimuleren, beter te worden. Zie ondermeer het beleid van de Nederlandse judobond, die vanwege de teleurstellende prestaties op de Olympische Spelen heeft besloten tot verplichte centralisatie op Papendal om meer kans te maken op succes in Tokio.
Hongarije selecteerde afgelopen jaar alleen spelers voor het nationale team die in Hongarije speelden. En veel andere landen, waaronder Brazilië, investeren in het niveau van trainers en spelers in het land zelf door toppers aan te trekken.

Waterpolo is een teamsport waarin het succes van het team meer is dan de som van de individuen. Eindeloos combinaties, verdediging etc. Als team oefenen is nodig om op het beslissende moment ook de juiste beslissing te kunnen nemen. Ging het daar niet bijna mis tegen Georgië op het EK en mis in de laatste periode tegen Frankrijk op het OKT?

Wat er nu gebeurt, is dat er veel toppers en talenten naar het buitenland vertrekken waardoor de Nederlandse competitie ernstig verzwakt wordt, hetgeen de 'opleiding’ van jeugd ( en trainers en scheidsrechters!) niet ten goede komt.
Hoe zorgen wij ervoor dat we talenten kunnen blijven opleiden? Of moeten we steeds jongere spelers elders gaan onderbrengen omdat wij in Nederland geen niveau meer kunnen bieden? Onze topclubs verliezen nu al in de Europa cup met uitslagen die ik me alleen nog van de pupillen herinner.

Op dit moment spelen er 13 selectieleden in het buitenland. Daarmee lijkt er nauwelijks nog sprake van een kwalitatief hoogwaardige centrale training voor de in Nederland achtergebleven selectieleden. Frustrerend lijkt me voor spelers, coaches, en begeleidingsteam, want wat train je dan naast conditie en kracht? Wat is de ROI nog van deze investering zou in het bedrijfsleven een leidende vraag zijn.

Al met en al en misschien is het huidig beleid/werkwijze goed voor de korte termijn, maar hoe pakt dit uit voor de (middel) lange termijn? Kleine waterpoloërs moeten voorbeelden hebben, helden, in hun eigen omgeving, bij hun clubs want dat maakt ook hen weer beter. Hoe zorgen we dat we weer een aantal teams hebben die in Europese subtop mee kunnen? Wim Jansen van Feyenoord stelt een competitie van 10 clubs voor zodat je 4 x een hoogwaardig duel met bijvoorbeeld PSV en Ajax speelt in plaats van 2. Hoogwaardige wedstrijden, daar word je beter van! Hoe gaan wij dit bereiken is een prangende vraag die onder gesneeuwd lijkt. KNZB?

Naast bovenstaande discussies en zienswijzen speelt het maatschappelijk aspect.
Met waterpolo kun je nu en ook in de toekomst je brood niet verdienen, een enkele uitzondering daargelaten.
Het Nederlandse studiestelsel is zodanig ingedeeld dat je binnen een bepaald aantal jaren je bachelor en master moet halen. Lukt dat niet, dan nemen de studiekosten enorm toe omdat, een enkele opleiding daargelaten, weinig rekening gehouden wordt met topsport.
Moeten we daar rekening mee houden of laten we dit over aan het individu? KNZB?

Ik weet het antwoord op al deze vragen jammer genoeg ook niet maar het is belangrijk dat we nadenken over de consequenties van het huidige beleid om zoveel mogelijk goede waterpolospelers in het buitenland onder te brengen. Is dit echt beter dan een volwaardig (trainings)programma in Nederland? Ik denk van niet.

Stefan Boskamp
Een zeer betrokken waterpoloër en spelend in Heren 4 UZSC

Lees ook

Het internationale waterpoloplatform Total Waterpolo sloot de afgelopen jaren steevast af met de uitreiking van de ‘Tota…
2,555
Voor creatieve sporters (coaches?) kom je, als waterpolo-liefhebber, maar al te graag naar zo'n benauwd zwembad. Zij zij…