Column: Regionale zenders

Column
Column: Regionale zenders

In de laatste ManMeer! stond een interview met Freek Roeling, de speaker bij de thuiswedstrijden van ZVVS en ook steeds vaker van wedstrijden van Nederlandse teams. Ook zit hij vaak bij voetbalwedstrijden voor een regionale zender. Midden jaren tachtig kwam het fenomeen ‘regionale’ zenders plotseling om de hoek kijken. Elk zichzelf respecterend ‘provincie-net’ heeft op de zaterdag- en zondagmiddag een sportprogramma op de radio en tv. Met de moderne digitale zenderkeuzes kun je bijna elke regionale zender tegenwoordig in je eigen huiskamer ‘toveren’. En dat is niet altijd een pretje als daar toevallig waterpolo een keertje in beeld komt. Aan de ene kant moet je blij zijn dat er af en toe waterpolo ‘voorbijrolt’, maar wie dan naar het begeleidend commentaar luistert, verschiet vaak diverse malen van kleur als een kameleon bij opkomst van een dubbele regenboog. Ik weet niet of je blij moet zijn als er iemand achter het ‘lul-ijzer’ zit, die van toeten noch blazen weet van het spelletje. Dan is het meer een crime dan een zegen dat er waterpolo uitgezonden wordt. In de begintijd heb ik wel eens waterpolo op tv gezien, nou je wilt het niet weten. Ik heb wel eens naast zo’n commentator gezeten. Als je zo iemand vertelt dat er extracten van rechtsdraaiende yoghurt in een waterpolobal zitten, dan kijkt hij je heel serieus aan. En als je dan aangeeft dat het voor linkshandige spelers beter zou zijn om ook linksdraaiende ingrediënten toe te voegen, wordt hij plotseling heel nerveus. Waarom belt zo’n sportredactie niet eens rond bij deze of gene om te vragen of er misschien niet ergens een goed gebekt iemand rondloopt (de waterpolowereld loopt ervan over), die tevens een beetje ‘sjoege’ van het spelletje heeft? Al was het alleen maar als een soort co-commentator. Dat is al een stuk beter dan iemand die totaal niets weet van waterpolotechnieken, laat staan tactieken.

Foto: Freek Roeling (Sandra Minten Fotografie)
 
Bij een wedstrijd, die door Radio West werd ‘verslagen’ zat ik met een perscollega op gehoorafstand van de commentator. We besloten hem ‘een beetje de maat te nemen’: “Ik ben benieuwd of de thuisclub deze keer wel de goede tactiek heeft om het ‘systeem Heijermans’ van de tegenstander te ontregelen.” De tv-man hield  zijn mond en richtte onmiddellijk zijn antenne op de wind van onze kant. Ik knipoogde naar mijn collega en ging weg om te kijken of ik nog een jongetje was. En ja hoor, wat ik dacht dat er zou gebeuren, was ook gebeurd. De ‘lulijzer-artiest’ van dienst, die normaal gesproken alleen maar bij vijfde klas-voetbalwedstrijdjes zat en nu, omdat er door de winterse omstandigheden veel was afgelast een keertje naar een waterpolowedstrijdje gestuurd was (“Gaat het wel door met al dat water voor de doelen?” vroeg eens iemand heel serieus), had gevraagd wat eigenlijk het ‘systeem Heijermans’ inhield. “Op hoop van zegen”, kreeg hij als antwoord. 

Aan enthousiasme ontbreekt het vaak niet bij zulke mensen. Maar het enthousiasme is vele malen groter dan het succes. Jammer, want het kan beter, veel beter. En dat komt het waterpolo ook ten goede. 

Het moet niet zo worden zoals ik meemaakte bij de voetbalwedstrijd WFB – Binnenmaas in Ouddorp (Goeree-Overflakkee). Daar zat een ‘reporter’ van Radio Flakkee (een soort ‘uitzendkracht’ dus) in de eerste helft op een dergelijke manier de wedstrijd te verslaan, alsof hij de finale van de Champions League aan het doen was. Het was gewoon een derde klas-zaterdagmiddagwedstrijdje tussen twee clubs uit de onderste regionen van de ranglijst. Ze vielen allebei nog net niet uit de maandag-kranten, zo laag stonden ze! Alle toeschouwers die bij hem in de buurt zaten, waren of dermate onder de indruk van zijn verbale geweld of wezen met hun wijsvinger richting voorhoofd. ‘Die heeft vast een scheur in zijn goed wijs’, zag je sommige mensen hardop denken, terwijl ze de kronen uit de tanden knarsten. Ik hoorde ook  bij die laatste categorie. Het ging helemaal nergens over. Als ‘lullen’ pudding is, is die vent dokter Oetker. Net voordat de tweede helft begon, belde hij de studio, dat hij er weer klaar voor was. Het bakje thee in de rust in de bestuurskamer had zijn stembanden weer dermate opgepept dat hij nog meer herrie maakte dan de eerste helft. Een man, ik denk een bekende van hem, klimt de tribune op, hoort zijn ‘geraas’ eens aan en zegt tegen hem: “Rustig maar Leo, mijn schoonvader ligt in Dirksland in het ziekenhuis met een blinde darmontsteking en zijn buurman, die ook wel eens luistert is een weekendje weg naar Port Zeelande met de kinderen en kleinkinderen. Je hebt helemaal geen luisteraars, man.” Dat sloeg bij hem in als een bom. De rest van de wedstrijd fluisterde hij alleen maar. Hij had beter helemaal kunnen zwijgen. Overdrijven is iets voor luchtballonnen en niet voor overspannen reporters van regionale of streekzendertjes. 

Gelukkig zijn er ook regio-zenders die het wel goed doen. Bijna net zo goed als ‘onze’ speaker Freek.

71

Lees ook

Dit weekend staat 'Moby Dick' weer op het programma, het schitterende zomertoernooi in Schoonebeek. Dit jaar voor het ee…
2,060
Precies een jaar geleden speelde Nomi Stomphorst met de Oranjedames de halve finale op het EK in Boedapest. De wereld za…