In 2025 nemen we afscheid van ons zwembad in Zeist. We laten het afscheid van het KNZB-zwembad niet onopgemerkt voorbij gaan. Hans Nieuwenburg schreef begin november over 'de laatste keer naar Zeist'. Komende maand delen meerdere (oud-) coaches, managers en spelers hun gevoel over Zeist. In het eerste deel van de serie 'Het Zeist-gevoel van' neemt Robin van Galen je mee.
Met uiteenlopende gedachten en gevoelens neem ik straks afscheid van het KNZB-zwembad in Zeist, een plek die diep in mijn hart geworteld zit. Het voelt alsof ik niet alleen afscheid neem van een gebouw en een stuk van mijn leven, maar ook van een stukje geschiedenis van het Nederlandse waterpolo.
Mijn eerste herinnering aan Zeist gaat terug naar 1986. Als veertienjarige jeugdinternational zette ik toen voor het eerst voet in het zwembad. De spanning, de geur van chloor en de echo’s van mijn teamgenoten in het water staan me nog scherp bij. Het was de plek waar dromen begonnen. Waar we als jonge spelers hoopten ooit deel uit te maken van iets groters: Oranje. Het was een mijlpaal voor talenten als ze in Zeist mochten trainen. Het was een begrip in de waterpolowereld en in de omgeving. Het was, in de meest positieve zin van het woord, een waterpolofabriek.
Vanaf 1999 keerde ik terug naar Zeist, dit keer in de rol van bondscoach. Eerst voor de jeugd, daarna voor de heren, later voor de dames, en uiteindelijk weer voor de heren. Twintig jaar lang – tot 2019 – was Zeist mijn tweede thuis. Het was niet zomaar een zwembad; het was een toevluchtsoord, een trainingsbasis, en vooral een plek waar je groeide. Zowel spelers als coaches werden hier geslepen tot een hecht team. De intense trainingen, de analyses aan de rand van het bad, de gesprekken in het Seminar en de slaapzalen… Het waren de momenten die Zeist tot een broedplaats voor samenhorigheid en succes maakten.
Maar mijn band met dit zwembad gaat verder dan coaching. Tussen 1995 en 2009 had ik de eer om samen met Marjan op den Velde het zwembad te mogen beheren. We zorgden ervoor dat het niet alleen een plek voor topsporters was, maar ook voor de waterpolofamilie in bredere zin. Het was een hectische, maar prachtige tijd. Mijn schoonvader, Hans op den Velde, speelde daarin een cruciale rol. Hij geloofde in de kracht van het zwembad, financierde jarenlang de exploitatie en zorgde ervoor dat het bad open kon blijven. Zijn visie en toewijding zorgden ervoor dat het een centrale plek werd in de waterpolowereld. Hij hoort in ‘mijn Zeist-gevoel’. Door zijn inspanningen kenden de vrouwen alle tegels en scheef hangende takken. Het hielp ze ook aan Olympisch goud.
Iedereen zag het belang van een eigen zwembad in en velen stonden op om een bijdrage te leveren. Zeist was meer dan water en tegels. Het was een plek waar generaties waterpoloërs werden gevormd. Waar Nederlands succes in het water werd geboren, van jeugdteams tot Olympische medailles. Het was een plek waar teamgenoten vrienden werden, waar momenten samen legendarisch werden en waar ikzelf als coach, manager en mens groeide.
Het sluiten van dit zwembad betekent niet dat de geschiedenis verloren gaat. De verhalen, de prestaties en de herinneringen blijven. Maar het doet veel dat een plek die zo belangrijk was voor onze sport en voor mij persoonlijk, nu verdwijnt.
We gaan met de tijd mee. Rotterdam en Eindhoven zijn geweldige initiatieven met hun eigen charmes maar ze hebben niet het bospad zoals in Zeist. We zullen ouders niet meer op de ‘tribune’ zien zitten en, en, en..
Ik hoop dat we als waterpolo-gemeenschap blijven bouwen aan nieuwe plekken en kansen. Dat we blijven dromen, net zoals ik dat in 1986 deed toen ik voor het eerst in Zeist binnenstapte. Maar bovenal hoop ik dat we nooit vergeten wat Zeist voor ons heeft betekend.
Aan alles komt een eind. Het is wat het is.
Dank je wel, Zeist. Voor alles.
Robin van Galen